In de praktijk

Samen opleiden voor kinderopvang vereist stageplekken en soepeler regelgeving

De Zuid-Hollandse IJsselgemeenten werken samen met Mbo KIKI aan het OpGroeiPad, een 15-weekse opleiding waarin werkzoekenden kennismaken met de kinderopvang. Dit traject helpt deelnemers ontdekken of de sector bij hen past en bereidt hen voor op een mbo-diploma.

“Er is in de kinderopvang geen personeelsprobleem, maar een stageplekprobleem.”

Hester Baars (Mbo KIKI)

In 2024 is contact gelegd met Mbo KIKI vanwege hun voorschakeltraject OpGroeiPad. In september begon een pilot met een klas van 14 deelnemers. “Er is grote vraag naar medewerkers in de kinderopvang en dat biedt kansen voor werkzoekenden. De uitdaging is vooral het vinden van werkgevers die stageplekken en goede begeleiding kunnen bieden,” zegt accountmanager Birgitte Frowijn van WerkgeversServicepunt IJsselgemeenten. De IJsselgemeenten is een samenwerkingsverband van drie gemeenten (Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas).”

Versoepeling wet- en regelgeving

Dit probleem herkent directeur Hester Baars van Mbo KIKI. “Wij zijn met meerdere gemeenten en regio’s in gesprek over een opgroei- of ontwikkelpad. Het grootste struikelblok is niet het personeelstekort, maar het tekort aan stageplekken. Dit komt vooral door steeds strengere wet- en regelgeving voor stages en BBL-opleidingen. Je kunt werkgevers daar niet op aankijken. Ik snap het vanuit hun positie wel. Een stagiair of leerling mag als ‘groepshulp’ heel weinig en heeft daardoor niet direct toegevoegde waarde. Maar je moet ze wel begeleiden. Het is lastig om daarin te investeren als iemand bijvoorbeeld nog niet zelfstandig kinderen voeding of de fles mag geven. Als ‘ondersteuner kinderopvang’ zou er meer mogelijk zijn, maar daarvoor hebben we de minister nodig. Ook taaleisen voor deelnemers zijn extreem zwaar en zijn daardoor een te grote belemmering. Ook al is iemand nog zo geschikt voor dit werk.”

Praktische aanpak

De IJsselgemeenten hebben ondanks deze uitdagingen voldoende stageplekken gevonden. “Dat is gelukt door intensief contact met werkgevers en hen te wijzen op het belang voor de langere termijn,” aldus Frowijn. Deelnemers volgen met behoud van uitkering 15 weken een traject, waarin ze één dag per week naar school gaan bij het WSP. Daarnaast lopen ze twee of drie dagen per week stage bij een kinderopvang. Daarna kunnen ze aan de slag bij de werkgever (meestal het stageadres) en doorleren voor een mbo-2-diploma (Helpende Zorg en Welzijn) of een – zeer veelgevraagde – mbo-3- of 4-diploma (Pedagogisch medewerker). Zodra deelnemers aan het werk gaan, komen ze uit de uitkering.
Tijdens de lesdagen worden deelnemers voorbereid op het werk, krijgen ze Nederlandse les, en wordt hun ondernemende gedrag gestimuleerd. Baars: “De wil is er vaak wel, maar veel kandidaten weten niet hoe ze de stap moeten zetten. Daar helpen we ze bij. Een ander groot pluspunt is dat deelnemers nu de kans krijgen om zich te bewijzen, terwijl ze anders bij sollicitaties worden afgewezen.” Het WSP koos voor een gespecialiseerde private opleider, omdat deze meer maatwerk kan bieden. Frowijn: “We werken ook samen met ROC’s, maar hiervoor is extra maatwerk gewenst, zoals flexibele instroom en kleinere klassen. Als gespecialiseerde private opleider kan Mbo KIKI dat maatwerk beter bieden.”

Nieuwe lessen en inzichten

De eerste pilotklas rondt begin 2025 het voorschakeltraject af. In februari en september 2025 starten twee nieuwe groepen in de IJsselgemeenten en Rijnmond. De pilot heeft al nieuwe inzichten opgeleverd. Frowijn: “We gaan kandidaten wat strenger selecteren en hen extra begeleiding bieden met een jobcoach, opgeleid door KIKI. Die kan ook mee naar sollicitatiegesprekken, want de jobcoach is er ook voor werkgevers. We verwachten dat deze stappen de kans op succes nog groter maken.”

Wanneer zijn de initiatiefnemers tevreden over de resultaten? Baars: “We leggen de lat hoog. Als een derde derde van de deelnemers doorstroomt naar mbo-3 of 4 en een derde naar mbo-2 zijn we dik tevreden. Dat halen we bij de eerste pilotgroep nog niet, maar is uiteindelijk wel realistisch. Ook deelnemers die niet doorstromen naar een opleiding profiteren, bijvoorbeeld door een certificaat waarmee ze gastouder kunnen worden.”

Extra inzet werkgevers

Beide betrokkenen zien ook een rol voor werkgevers in de kinderopvang. Baars: “Het zou goed zijn als zij toch meer investeren in stageplaatsen, juist vanuit hun maatschappelijke rol en met oog voor de langere termijn. Zie het ook als een wederdienst, aangezien een groot deel van hun inkomsten direct door de overheid betaald worden. Gemeenten zouden in onderhandelingen met kinderopvangorganisaties zelfs social return kunnen vragen om stageplekken te bevorderen.”

“Wij vonden voldoende stageplekken door hard achter werkgevers aan te zitten en ook te wijzen op het lange termijn belang.”

Birgitte Frowijn (WSP IJsselgemeenten)

Jessy Singh

“Na drie weken stage wist ik het: dit wil ik!”

Jessy Singh (42) werkte 20 jaar als kassière in een supermarkt, maar wilde eigenlijk iets anders. Maar wat? Toen ze in 2024 in de WW terechtkwam, was dit hét moment om daar werk van te maken. “Via het Leerwerkloket van UWV hoorde ik over de vooropleiding voor de kinderopvang. Dat leek me wel wat, want ik ben gek op kinderen. Ik heb zelf twee kinderen (19 en 10 jaar) en ik doe graag leuke dingen met mijn neefjes en nichtjes. Ik twijfelde vooral over hoe ik dit moest aanpakken en of het omscholen mij zou lukken. In oktober begon ik met het voorschakeltraject en na drie weken stage bij een kinderopvang in Rotterdam wist ik het zeker: dit wil ik! Ik sta nu iedere dag met plezier op om naar mijn werk te gaan. Dat had ik al jaren niet meer. Leren en werken bevalt goed, dus in februari 2025 begin ik aan de tweejarige BBL-opleiding mbo-4 voor pedagogisch medewerker. Ik kom dan op mijn stageadres in dienst. Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen om aan deze nieuwe levensfase te beginnen. Ik vind het leuk en waardevol werk, omdat ik kinderen en hun ouders help. Ik leer ook van de kinderen, vooral door hun creatieve manier van denken. Thuis moesten we de taken een beetje herverdelen, maar dat gaat prima. Mijn kinderen zien ook dat ik hier blij van word. ‘Je straalt weer helemaal’, zeiden ze laatst. Achteraf had ik deze stap wel eerder willen zetten, maar toen hield ik vast aan de zekerheid van een vast contract. Maar ik kan iedereen aanraden zijn dromen na te jagen, zeker als je zo’n kans krijgt.”